Proef je taal (13-10-2017)

Proef je taal (13-10-2017)

Proef je taal (13-10-2017)

Vaak zijn woorden en uitdrukkingen niet meer dan vervoermiddelen voor je gedachten. Je luistert er niet eens meer naar: je praat alsof je fietst. Gelukkig maar. Zou je aan elk woord blijven hangen, dan zou elke gedachtegang behoorlijk tijdrovend worden.

Sta je wel wat langer stil bij wat je zegt, dan blijk je voortdurend prachtige beelden te creëren, die je wegvoeren van de prozaïsche werkelijkheid. Maar pas op: voor je het weet, loopt deze bezigheid een beetje uit de hand. Een beetje! Een `kleine beet', een klein hapje dus eigenlijk. Uit de hand lopen! Je ziet het zo voor je, bijna. Je hebt de situatie in de palm van je hand maar je kijkt even weg en ze gaat ervan door als een driejarige op de kermis.

In veel van onze woorden proef je de oorspronkelijke taal. Petieterig komt van het Franse `petit', maar het wordt nog nietiger door ons achtervoegsel `-erig'. Een serpentine is wel helemaal Frans, maar hoe vaak zie je het `slangetje' dat het voorstelt? En die pipet die eigenlijk een `kleine pijp' is?

En blijf ook eens hangen aan heel Nederlandse uitdrukkingen als jezelf bedruipen, aan de dood ontsnappen of iets met iemand te stellen hebben. Vat ze eens letterlijk op. Opvatten is ook mooi, `oppakken' dus. Dit is je reinste taalculinaria. Laat af en toe de woorden eens langzaam over je tong heen en weer rollen en geniet.

Maar pas dus wel op: het kan je je vrijheid kosten (verslavend zijn).