Taaladvies - Altijd weer die -d/-t!

Taaladvies - Altijd weer die -d/-t!

Taaladvies - Altijd weer die -d/-t!

Altijd weer die -d/-t-fouten! Je spellingchecker laat ze meestal gewoon zitten. Welke van de volgende zinnen zijn juist?

a) Jij overlegd altijd alles met je vriendin.
b) Hij kletst je de oren van het hoofd.
c) Zij bereidt een heerlijk soepje.
d) Het plan heeft goed gewerkd.
e) Ik heb drie jaar gewacht

Oplossing taalvraag
De zinnen b, c en e zijn goed.

Hoe zijn de regels ook al weer?
Taalfouten ontstaan hier vooral omdat de persoonsvorm en het voltooid deelwoord hier met elkaar in de clinch liggen. Maar met wat basale grammatica en een paar vuistregels kom je een heel eind.

1) Gaat het om de persoonsvorm?

De persoonsvorm is de werkwoordsvorm die meeverandert als je het onderwerp verandert. Dus als je in onze voorbeelden jij verandert in jullie, het plan in de plannen enzovoorts, veranderen deze vormen mee:  overlegd, kletst, bereidt en heeft (2x).

  • Gaat het om een persoonsvorm? Ga dan door naar 2). Zo niet, ga dan door naar 4)
     

2) Wat is de stam van het werkwoord?

Dat is doorgaans het gedeelte van het hele werkwoord zonder de laatste -en, dus in onze voorbeelden: overleg-, klets-, bereid-, heb-.
 

3) Plak achter de stam een -t als het onderwerp een jij, hij, zij of het is: overlegt, kletst, bereidt... hebt? Nee, hebben is onregelmatig en we schrijven heeft, maar wel met die -t dus.
 

4) Gaat het om het voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord geeft aan dat een handeling is voltooid. In onze voorbeelden is dat alleen in zin d) en e):  gewerkd en gewacht.
 

5) Wat is de stam van dat werkwoord?

Dat is weer doorgaans het gedeelte van het hele werkwoord zonder de laatste -en, dus in onze voorbeelden: werk- en wacht-.
 

6) Voeg een -d of een -t toe, of helemaal niets.

  • Als de stam eindigt op een van de klanken van 't kofschip, laat dan het voltooid deelwoord eindigen op een -t. In voorbeeld d): gewerkt. Andere voorbeelden: koken/gekookt, lappen/gelapt, sissen/gesist.
  • Als de stam eindigt op een andere klank, bijvoorbeeld rem-, laat dan het voltooid deelwoord eindigen op een -d: geremd. Andere voorbeelden: boeien/geboeid, bellen/gebeld,
  • Als de stam eindigt op een -d of een -t, voeg dan helemaal niets toe. In voorbeeld e): gewacht. Andere voorbeelden: branden/gebrand, pletten/geplet.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Prisma heeft een heel goede Basisgrammatica met oefeningen en een nog veel dikkere Grammatica voor wie echt het naadje van de kous wil weten.

Heb je andere taalvragen? Mail ze gerust aan de Prisma redactie.